De IAG-hulpverlener is een post-hbo opgeleide gezinsbehandelaar of sociaal werker, die over de basiscompetenties beschikt om IAG uit te kunnen voeren, waaronder: communicatief, samenwerkingsgericht, autonoom, cultuursensitief, resultaatgericht en reflectief.

De IAG-hulpverlener: 

  • werkt samen met alle gezinsleden aan het opbouwen van een vertrouwensband.
  • benut, versterkt en vergroot de eigen krachten van het gezin.
  • benut, versterkt en vergroot het bestaande sociale netwerk.
  • werkt samen met alle gezinsleden aan veiligheid van gezinsrelaties.
  • werkt toekomstgericht, denkend en handelend vanuit oplossingen.
  • geeft gezinsleden uitgebreide voorlichting (psycho-educatie) over kindontwikkeling, opvoeding, gedrag, stoornissen en hoe daarmee om te gaan.
  • werkt met (pleeg)ouders aan het vergroten van opvoedingsvaardigheden, geeft instructie of doet voor.
  • werkt intensief (mimimaal 6-8 uur per week) in de thuissituatie van het gezin aan verandering.
  • werkt vanuit het Oplossingsgerichte, Systeemtheoretische en Sociale leertheoretische gedachtengoed.
  • werkt met gezinstherapeutische technieken, transgenerationeel en contextueel.

Werkt samen met sociale netwerk rond gezinnen

De IAG-hulpverlener werkt samen met het gezin aan het versterken van het sociale netwerk rond het gezin. Een steunend sociaal netwerk kan de gezinsleden ontlasten en kan praktische en emotionele steun aan het gezin aanbieden.

Werkt samen met professionele netwerk rond gezinnen

De IAG-hulpverlener werkt in alle fases samen met andere betrokken hulpverleners rond het gezin. Dat start bij de doorverwijzing. Gezinnen kunnen naar IAG verwezen worden door jeugdconsulenten of wijkcoaches vanuit de gemeente, wijkteams, huisartsen, kinderartsen, maatschappelijk werk, GGZ-instellingen, jeugdhulpinstellingen, instellingen voor gehandicaptenzorg of jeugd- en gezinsbescherming.

Tijdens het IAG-traject speelt samenwerking met partners steeds een belangrijke rol. Zo wordt in het startgesprek met de betrokken hulpverleners geïnventariseerd welke hulp het gezin heeft (gehad) en wat daarin wel en niet gewerkt heeft. Daarbij wordt ook de regiehouder aangewezen. Dat kan de IAG-hulpverlener zijn of een verwijzer of partner. Tijdens de behandeling schakelt de IAG-hulpverlener waar nodig specialistische hulp in voor deelproblemen die niet met IAG aangepakt kunnen worden. In de afbouw- en afscheidsfase zorgt de IAG-hulpverlener voor een warme overdracht naar bijvoorbeeld de wijkcoach (of huisarts), of verwijst naar laagdrempelige eerstelijnshulp.

Zie voor meer informatie over de IAG-hulpverlener en partners: beschrijving IAG als onderdeel van de erkenning 'eerste aanwijzingen voor effectiviteit'.